21 september, 2012

Dagboek van een loods (15/1)

*************************************************************************
19 september
 
Het is weer zover: de derde start van drie chemo-dagen.
Tenminste, als de bloeduitslagen dat toelaten.
"Het is op de nipper," zegt dok.
De trombocyten zijn gedaald naar 77.
De ondergrens is 75. Lager zou betekenen: uitstel van chemo.
 
Uitstel willen we niet.
We willen dat het zo snel mogelijk klaar mee is - het liefst voor het einde van 2012.
 
P. is (zoals altijd) gelaten.
Hij kijkt (zoals altijd) naar mij.
 
Dok ziet mijn katoenen handschoenen en vraagt waarom ik die draag.
'Omdat ik mijn handen kapot was.'
Ik laat haar de kloven en wondjes zien.
"Maar dat is toch helemaal niet nodig?"
Haar opmerking irriteert.
'Ze heeft een gevoelige huid,' komt P. tussenbeide.
Dok kijkt enigszins vertwijfeld naar mijn handen.
 
P. wordt onderzocht, gewogen en goed bevonden voor de volgende kuur.
 
"Gaat het met U wel goed?"
Dok kijkt mij vragend aan.
Het voelt onbehaaglijk. P. is hier voor consult - niet ik.
Beleefdheidshalve probeer ik nogmaals uit te leggen wat ik niet uit kan leggen.
Dat ik me opgesloten voel. 
 
Dat gevoel verdwijnt niet met een dagje stappen, zoals mij heel lief door iedereen wordt aangeraden.
Dat gevoel zit in mij en kan ik niet onder woorden brengen.
Ik wil het ook niet onder woorden brengen. Zeker niet hier in een spreekkamer bij een arts wier spreekuur al 40 minuten is uitgelopen vanwege een onwelwillende computer.
 
"Ja, Ellen heeft daar meer last van dan ik," komt P. weer tussenbeide.
En daar ligt - hoe cynisch - het probleem.
 
>>Ik moet voor mijn zieke man zorgen: zijn medicatie bijhouden, zijn pillendoosjes vullen, hem 's nachts wakker maken voor een pilletje, hem voeden, bijhouden of hij gepuft heeft, naar de apotheek, naar de balie om afspraken te maken, het ziekenhuis bellen wanneer er problemen zijn, zorgen dat zijn omgeving smetvrij is.<< 
 
Maar hij reageert geïrriteerd wanneer ik naar mijn huissleutels loop te zoeken.
 
>>In Zeeland moet een bed vervangen worden. Het matras stinkt naar pies (van de huurders).
We zoeken binnen twintig minuten een nieuw bed en matras uit.
Tijd om te shoppen is er niet, want er branden lampjes in de auto. Dat maakt P. nerveus en dat vertelt hij me ook. Maar actie ondernemen.............ho maar!
Dus bel ik Breeman en maak een afspraak voor vrijdag - wanneer ik met de auto naar de garage moet..<<
 
Maar hij is boos wanneer ik weer eens naar mijn bril zoek.
 
>>In Rotterdam hapert de televisie (waar nog garantie op zit). Als het aan P. ligt blijven we naar een televisie met een hapering kijken.
Dus zit ik een half uur met Philips aan de telefoon.
 
In de slaapkamer staat ook een tv.
P. heeft op een verkeerd knopje gedrukt. Gevolg: de hele boel ontregeld.
Ik bel Tele2. Het duurt veertig minuten voordat we in de gaten hebben dat we de televisie in plaats van de decoder moeten resetten.
 
Mijn strijkijzer begeeft het.
Ik bel de beddenwinkel om er zeker van te zijn dat het bed er is wanneer de kinderen vakantie vieren in Brou. Die zekerheid wordt mij helaas niet gegund.<<
 
Maar hij is boos dat hij een pakje moet aannemen - waarvan ik hem niet op de hoogte heb gebracht.
 
Mijn probleem. Zeker.
 
Ik ben van vandaag. P. is van morgen, maar hij rekent op vandaag.
 
En dus wordt dit waardeloze blogje (geen rust, geen energie, geen techniek) vervolgd.
In de hoop dat het morgen wel lukt.
***************************************

Geen opmerkingen: