21 september, 2012

Dagboek van een loods (15/2)



Een moment van rust vind ik bij Breeman, waar ik zojuist de auto heb ingeleverd.
Er brandden alarmerende lampjes en het koelvloeistof reservoir is leeg. Er wordt gekeken of er ergens een lek is.
Anyhow - ik zit hier met koffie en een bak vol overheerlijke roomboterkoekjes.

Hoewel ik een zieke P. heb achtergelaten - kan ik me nu even relaxen.

Nog even terug naar woensdag. De start van de derde chemo.
P. zit aanzienlijk korter in het behandelcentrum De apotheker brengt de Rituximab vrijwel direct.
Ook zoonlief voegt zich weer bij ons. Hij houdt het de hele sessie vol.

We kwebbelen. Het geeft mij rust.
P. wil eigenlijk liever met zijn iPad spelen.

Het valt ons op hoeveel ernstig zieke patiënten er dit keer zijn. Merendeel vrouwen.
Opgeblazen gezichten van de prednison. Mooie pruiken. Lelijke pruiken. Kale hoofden (met grote littekens). Doorzichtige gelaatskleuren. En vooral doffe en doodvermoeide ogen.
Maar allemaal vechters!

P. weet - bij het zien van zo veel pijn - zijn eigen situatie te relativeren.

De eerste dag komt hij goed door.
Maar vannacht slaat de misselijkheid toe, ondanks de preventieve medicatie. Hij vecht tegen het spugen.
Ik geef hem een zetpil en daarna nog een Lorazepam, waar hij uiteindelijk goed op slaapt tot half elf.

De bouillon drinkt hij op en hij knabbelt een paar grissini's weg.
Onder dwang ("ik ga niet naar de garage voordat jij gedoucht hebt") verdwijnt hij naar de badkamer. Het is duidelijk een slechte dag, maar vanavond neemt hij de laatste twintig pillen van deze kuur.
En zoals zoonlief sms'te: "hetzelfde patroon als vorige maand."

Inmiddels heeft er (in de lounge van Breeman) een snotterige mevrouw aan mijn tafel plaatsgenomen.
Ik vraag haar of ze verkouden is. Ze kijkt me perplex aan, maar knikt ja.
Wanneer ik de situatie uitleg en vraag of ze ergens anders wil gaan zitten, zegt ze: "ik heb last van uw tikken."

Ik wijs naar het bordje WiFi Zone en naar de andere tikkers. 
'Begrijpt u het niet helemaal?'  Ik kan het niet laten naar mijn hoofd te wijzen.
Nee dus.
Dom. Asociaal.
'Ik hoop voor u dat u nooit in mijn situatie verzeild raakt,' is het laatste wat ik tegen dit mens zeg.

Ineens ben ik niet meer zo relaxed.
Zo fijn, dat begrip van je medemens.

Begrijpt u nu wat ik bedoel met me opgesloten voelen?!
****

Geen opmerkingen: