30 juli, 2013

Douchegeheimen

 
Het is tijd dat wij tegels, badkamers en keuken gaan uitzoeken.
Alvorens dat met de aannemer, die ik gemakshalve A en B noem, te doen - gingen wij ons vast oriënteren bij een prachtige groothandel in bouwmaterialen.
 
Het is vakantietijd en je moet eigenlijk een afspraak maken.
Geen probleem, wij waren niet hulpbehoevend.
 
P., nog wat zwakjes, zocht telkens de dichtsbijzijnde kruk op en keek van afstand toe.
 
Maar toch: een verkoopster in de doodstille zaak vroeg of ze mij kon helpen.
Voor ik het wisten snuffelden we samen in de tegels. Dat ging prima.
Ze begreep me en zocht, zonder tegenspraak, dat waar ik naar vroeg.
 
"Wilt u gerectificeerde tegels?"
'Uhh?'
 
Ze zocht tevergeefs naar een tegel en vroeg een mannelijke collega even om advies.
Die stortte zich meteen op mij en de aardige mevrouw verdween uit mijn gezichtsveld.
De man, die ik gemakshalve IJ noem, overlaadde mij met informatie waar ik niet om vroeg.
 
Maar ja, hij was de expert.........en ik de domme klant.
Mijn wensen deden er niet toe. Het ging erom wat IJ goed voor mij achtte.
 
Hij had weinig tijd (wat mij hoopvol stemde) omdat er nog een keuken moest worden ingepakt, maar hij wilde ons toch graag helpen.
 
We kwamen boven op de wc-afdeling.
Natuurlijk had hij het over toilet.
 
Hij liep meteen op de duurste, waar ik een servies van heb, af. De andere waren niet goed.
(Waarom verkoop je ze dan, vroeg ik me af)
 
"Wij zijn geen bouwmarkt."
(Waarom zeg je dat, vroeg ik me af. En wat is er mis met een bouwmarkt?)
 
Toen kregen wij uitleg over onze stoelgang.
(Dat klinkt viezer dan poepen.)
Die gaat beter, vanwege de druk op een bepaalde plek, op een lage wc.
Hij liet zijn broek niet zakken, maar ging wel op de wc zitten.
 
Toen kregen we uitleg over het voordeel van een diepspoel.
 
Dom liefje ging IJ uitleggen dat hij ziek is (dat gaat die man niets aan P.!) en zijn ontlasting (P. paste zijn woordkeuze aan) wil zien.
'En dus wil ik liever een vlakspoel,' zei hij. 'Zullen we dan één vlakspoel en één diepspoel doen, El?'
 
Ik deed het bijna in mijn broek.
 
'Maar we komen nu alleen maar kijken,' probeerde ik opnieuw. 'Volgende keer komen we met de aannemers.'
"Welke aannemer heeft u?"
'A en B.'
 
Voor het eerst was IJ stil.
Sprakeloos.
 
Met een omweg liet hij ons weten dat ik dan beter een afspraak met zijn collega N kon maken, die nog drie weken met vakantie is.
IJ deed liever geen zaken met B.
 
Hij herhaalde dat meerdere keren.
Het was meer dan duidelijk dat B en IJ niet door één deur kunnen, maar wat hebben wij - klanten - daar mee te maken.
Wij kopen! Wij betalen!
En dat zei ik dus ook toen hij weer over zijn "liefde" voor B begon.
 
Ik was klaar met IJ, maar P. bleef vragen stellen.
 
We stonden inmiddels bij de douches.
En weer was daar die eindeloze, drammerige uitleg over douchekoppen.
Man, ga je keuken inpakken, schoot er door mijn hoofd.
 
"Of een regendouche?"
'Nee, die wil ik niet. Ik wil een handdouche,' zei ik.
Had ik dat maar niet gezegd!!
 
"Ja, dat weet ik," viel IJ me in de rede. "Vrouwen willen het liefst een handdouche."
Mijn wenkbrauwen fronsten zich.
"Vrouwen douchen anders dan mannen...............................ze hebben ook dikker haar."
 
Weer deed ik het bijna in mijn broek.
 
'El, wil je ook nog even naar de keukens kijken?'
Oh argeloze P., please shut up, dacht ik.
 
In de keuken ging het dus ook fout.
Weer stak IJ van wal zonder dat hij wist wat ik zocht.
NEE, hij bepaalde hoe onze keuken eruit moest zien.
 
Ik deed het niet meer in mijn broek, maar werd misselijk.
Kotsmisselijk.
 
Op alles wat ik zei (vragen stelde ik niet - dus hij moest gewoon zijn bek houden) kreeg ik "Nee mevrouw.....u moet...." te horen.
"Ik ben de deskundige hier."
 
Een apothekerskast moest ik niet nemen.
'Die wil ik toch!'
"Waarom wilt u die?"
 
Op dat moment had ik moeten zeggen dat hem dat geen fuck aanging. Maar ik was gewoon flabbergasted.
 
Er ontstond een eindeloze discussie over de apothekerskast.
"Ze zijn slecht," bleef hij maar herhalen.
(Waarom heb je ze dan in je toonzaal staan?)
 
'Ach, vrienden van mij zijn er anders erg blij mee.'
 
En toen zei hij iets wat gewoon niet door de beugel kon:
"Ja, weet u waarom ze dat zeggen? Om op te scheppen. 'Kijk eens, ik heb een apothekerskast.' Daarom zeggen uw vrienden dat."
 
P. maakte gebaren die me tot kalmte maanden.
 
'Ik geloof inderdaad dat uw collega N ons beter kan helpen.'
Of IJ dat gehoord heeft weet ik niet. IJ hoorde alleen zichzelf.
 
Hij volgde ons naar beneden waar een snel excuus voor zijn uitschieter kwam.
 
Mijnheer IJ, uw baas zal niet blij met u zijn.
U dient gerectificeerd te worden.
Wij gaan - hoe mooi de winkel ook is - naar een ander.
 
Want ik ben de klant......en dus koning(in)!
******

Geen opmerkingen: