5.45 uur: opstaan
Laatste was in de Rotterdamse machine en instructies voor P. achterlaten
7.00: in het ziekenhuis
7.25: als eerste naar de in -en uitslaapkamer
7.45: naar de operatiekamer
Pijnloze ruggenprik.
Een (mee)kijkoperatie van 15 minuten
Half uur verplicht op de recovery
Al bij terugkeer op zaal komt het gevoel in mijn been terug........en dus ook de pijn.
Mijn buurman, die een nachtje was gebleven, mag na het middaguur naar huis.
En dan:
Een man met een rokershoest en dito stem komt met zijn partner binnen.
De verpleegster wijst stoelen aan en belooft terug te komen om de man "op te nemen."
"Ik ga weer weg. Dit trek ik niet."
'Je hebt A gezegd en dus moet je ook B zeggen,' zegt de vrouw.
"Nee, ik wil weg. Ik begin er niet aan."
Dit gaat zo tien minuten door.
De man staat blijkbaar doodsangsten uit.
De verpleegster neemt plaats tegenover hem en begint de vragenlijst af te werken. (Nu werd ik gelukkig aan een meniscus geopereerd, maar je kunt je behoorlijk schamen wanneer er patiënten mee kunnen luisteren. In dit geval ben ik de gelukkige.)
Hij zegt heel zacht: "mijn gebit gaat eruit."
'Alles?' vraagt de verpleegster.
"Ja, ik durfde het niet door de tandarts te laten doen."
Het is even stil.
"Ik ben doodsbang. Op de motor durf ik 200 kilometer te rijden, maar dit.....
Echt dit hoeft voor mij niet."
Zijn angst heeft iets dreigends, alsof hij weg gaat lopen.
De verpleegster probeert hem gerust te stellen en gaat heel voorzichtig vertellen wat hem te wachten staat.
Het werkt averechts.
De slaapmiddelen en pijnstillers die hij moet innemen laat hij staan.
Hij stelt tot drie keer toe dezelfde vragen.
"Ik wil dat u nog eens van minuut tot minuut vertelt wat er gaat gebeuren."
De geduldige verpleegster steekt weer van wal.
Als hij eindelijk de pillen heeft ingenomen en zijn operatiejasje aantrekt, maakt zijn partner giechelig foto's.
'Met je oude gebit,' geint ze.
'Waarom kijk je nou zo raar?'
"Omdat ik bang ben."
'Werken de pillen al?'
"Nee, en dat gaan ze ook niet doen. Ga jij nou maar wat eten. Het duurt nog twee uur voordat ik aan de beurt ben. Tenminste, als ik niet wegga."
Dit geteut gaat eindeloos door.
Dat er een patiënt naast hem ligt, die ligt bij te komen van een operatie, schijnt hij niet door te hebben. Of het interesseert hem niet.
De man die waarschijnlijk altijd de grootste mond heeft/de leukste thuis is/de macho uithangt, schijt hier "op zaal" in zijn broek.
'Wat doe je nou? Waarom speel je daarmee?'
"Lekker fluistert hij."
Ze zoenen.
Het gordijn is op mijn verzoek dicht, maar ik zie veel en hoor alles.
Ze gaat bij hem liggen. Gegiechel, gezoen, gefluister.
Dan valt hij als een blok in slaap en moet ik zijn gesnurk te verduren.
Op de klok boven de deur zie ik de minuten hypnotisch verspringen.
De vrouw maakt hem wakker.
Ik geloof mijn oren niet.
'De pillen werken, hè!'
"Ga nou wat eten."
'Nee, ik blijf bij jou. Ik moet wel aan mijn moeder denken. Die lag ook zo vaak in het ziekenhuis.'
Dan komt de hele medische geschiedenis van een doodzieke moeder. Om haar vriend nog wat meer moed in te spreken.
'Maar waarom kijk je toch zo raar? Ben je zo bang?'
"Ja, heel erg."
Het 'waarom kijk je zo raar' en 'zit je altijd aan je.......waarom doe je dat zo vaak' wisselen elkaar af.
Ik laat het verder aan uw fantasie over wat er allemaal in het bed naast mij gebeurt.
En dat in het protestant-christelijke Ikazia.
De kaakchirurg heeft het druk, zo blijkt even later.
Er wordt een bijzonder uitziende jongeman binnengebracht, die nog half in zijn narcose hangt - maar wel drie eveneens bijzonder uitziende gasten aan zijn bed heeft.
De hoofdverpleegster vraagt de "gasten" te vertrekken.
Hoewel: de knul, die langzaam tandenloos wakker wordt, lijkt helemaal geen zin in zijn tattoo-vriendjes te hebben.
Maar ik ben het nu zat en strompel naar de gang waar ik de fysiotherapeut tegen het lijf loop.
Die vind dat ik goed loop.
Dan krijg ik mijn ontslag.
Het soort ontslag waar ieder mens dolblij mee is.
**********
Geen opmerkingen:
Een reactie posten