23 mei, 2006

GTST

Vandaag heb ik mijzelf getrakteerd op een paar nieuwe schoenen, nadat ik tevergeefs met mijn theaterbrochure bij de schouwburg aankwam. De verkoop begint volgende week, maar ik heb mijn verlanglijstje met toneelstukken al klaar.
Ik liep langs ‘café Floor’ op weg naar mijn favoriete schoenenwinkel en zag een bekende Nederlander (uit GTST) aan een tafel bij het raam zitten. Tegenover hem zat een mij onbekende Sjonnie, of zoals van Hanegem zou zeggen een lekker gassie.
Aangezien het lunchtijd was en ik zelfs nog geen koffie had gedronken, draaide ik mij om en liep “Floor” binnen. Toevallig was het tafeltje achter de BN ‘er nog vrij en ik ging met mijn rug naar hem toe zitten, zodat ik de conversatie goed op kon vangen. De ander bleek bij nader inzien ook een BN ‘er, maar niet voor mij.
Ongegeneerd? Jazeker. Als een goed columnist smul ook ik van nieuwtjes. Misschien heb ik een primeur. In ieder geval leg ik het bij deze vast en wacht de komende programma’s met grote(re) interesse af.
Hier heeft U de conversatie uit eerste hand (oor). Enjoy or scroll.
De BN ‘er is BN en de onbekende BN ‘er is ON.
ON is het meest en luid aan het woord. Veel grootspraak, veel flinke uitspraken in onvervalst Rotterdams.

ON, ‘wat zijn je plannen voor de komende tijd?

BN, ‘Ik ga iets doen met motorrijden, een uitdaging’.

ON, ‘Gesponsorde motor, toch wel?, want RTL betaalt je daar niet voor, hoor. Een soort Parijs – Dakar?’. Denigrerend lachje.

BN is even stil en begint dan schuchter zijn plannen te verdedigen.
‘Is gewoon leuk zo`n uitdaging en ik ben een motorgek. Er staat de winnaar een leuke prijs te wachten’.

ON,'Hahaha, een leuke prijs, maar je krijgt er geen cent voor. Ik sta dan en dan in Gelredome, mooie reclame’.Weet je wat goed betaalt, de woonbeurs, € 5000,- per dag, da’s lekker snel verdient’.

BN, ‘ Het wordt wel een leuk uitdagend programma met die motoren, lijkt me wel leuk’.

ON gaat naar de WC, ik betaal mijn tosti en koffie. BN checkt zijn GSM.
Mijn interesse gaat nu toch meer uit naar de schoenenwinkel.
Een paar prachtige Kowalski- schoenen zitten mij als gegoten, ik koop ze. Schoenen die echt bij een BN ‘er passen, een beetje aan de decadente kant. Ik wil ook wel eens wat anders. GT
Vervolgens probeer ik nog decadente kleding te kopen. Ik struin alle decadente winkels van Rotterdam af.
Met een gemaakte, heksachtige vriendelijkheid word ik bij de deuropening ontvangen. Vandaaruit kan ik al zien wat mijn kansen zijn. Telkens hoor ik ‘helaas…uw maat is er al uit, mevrouw’. Dat zijn van die goedmakertjes die het alleen maar erger maken. Ze hebben nooit mijn maat gehad. ST
Een paar hoogblonde, decadente klanten kijken mij meewarig aan. De verkoopsters kijken me met pinnige ogen weg. Ze willen mij niet, ik ben geen goede reclame voor hun saak. Dat is geen typefout. Zo heet dat ... saak, zelfs (of juist) wanneer het om een decadente saak gaat.
Ze hebben liever een Sjonnie en Anita.
Mijn lijf verdient (op mijn voeten na) geen decadentie, doch eenvoudige degelijkheid.
Ik maak er geen halssaak van.

Geen opmerkingen: