05 augustus, 2008

België

**************************
Wie verzint het om op "zwarte vrijdag" in de auto te gaan zitten?
Wij.
Die lange weekends - ons gegeven vanwege P's tijdelijke job - zijn fantastisch. Vrijdag weg, maandag terug. Het geeft een gevoel alsof je weken bent weggeweest, vooral als je de tijd optimaal benut.

Normaal gesproken kan ik het niet laten hotels van tevoren te regelen. Überorganized als ik ben en uit angst dat we - gezien de vakantiedrukte - niets zullen vinden. En dan raakt het, zelfs in een cabrio, oververhit.

Maar het idee om naar de Ardennen te gaan kwam daadwerkelijk tijdens het inpakken van de auto bij ons op.

P. kreeg het voor elkaar om files te ontwijken door bij Bavel van de grote weg af te gaan en binnendoor via Chaam - Baarle Nassau en Turnhout naar het zuiden te rijden.
Het verbaasde ons hoe vlot dat ging en wat een verrassend leuke route het is.

Opvallend vind ik dat de Belgen (en vermogende Nederlanders) ervoor kiezen pontificaal aan die drukke, lawaaiige provinciale weg te wonen.
Belgisch Limburg is afwisselend. Landelijk, dan weer rommelig en vervallen en in ieder gehucht troffen we een aantal autobedrijven aan.

In de buurt van Diest passeerden we luxe villa's van een heel ander kaliber. Namen als "Blanche", "Josephine" en "Mi Amore" behoeven geen verder uitleg.

We logeerden in een pitoresk dorpje aan de Ourthe, Durbuy geheten. "Hotel Jean de Bohème" is een viersterren hotel met goed geprijsde, gerenoveerde, klassiek ingerichte kamers.
Douchen in een bad zonder gordijn veroorzaakte een helse ravage en Scooby, die naast het bad lag, kreeg die douche die ik mij zo gewenst had. Voor de suite betaalden wij € 116,- excl. ontbijt.

Durbuy is toeristisch, maar het was er allerminst druk. En als je goed zoekt (wat in dit kleine plaatsje niet zo moeilijk is) : zo goedkoop!!!
Een Jupiler (25 cl) voor €1,60 - en een uitstekend viergangen keuzemenu voor € 19,50. Ik nam crudité, huisgemaakte paté, entrecôte met champignons en frites en dame blanche toe.

Zaterdagochtend reden we door naar Bouillon, dat tegen de Franse grens aan ligt. Tussen de buien door ging het dak eraf.
Godfried van Bouillon bouwde in de Middeleeuwen een enorm kasteel in de bocht van de Semois, wat anno 2008 duizenden bezoekers trekt.
Maar ook nu weer: niet druk en geen toeringcar te bekennen. Dat laatste bevreemd me. Het Ardennerland was toch altijd populair bij de oudere busreizigers? Blijkbaar niet meer.
En dus vond ik probleemloos een goed hotel. Hotel de la Poste
We namen de torenkamer (suite) - zie Foto's - en betaalden €130,- incl. ontbijt. Ook hier weer een waterballet in de badkamer.

Omdat hotel en Bouillon ons goed bevielen besloten we twee nachten te blijven en van hieruit de volgende dag een mooie tocht door het zuidwestelijk deel van de Ardennen (zie foto's) te maken.
De Mini is waterdicht, dat hebben we proefondervindelijk kunnen vaststellen.

Uitgestorven dorpjes, lege campings, uitgestorven horecagelegenheden en gesloten winkels. A VENDRE - A VENDRE - A VENDRE.
Je kunt voor een habbekrats een vrijstaand huis op een grote lap grond met een magnifiek uitzicht kopen. Of een hotel, restaurant, café overnemen.
De Walen waren vroeger de lastige, onvriendelijke, arrogante, Frans sprekende Belgen. Dat is nu - uit pure noodzaak - wel anders.

Maandag vertrokken we om 10 uur en arriveerden om 16 uur in Rotterdam, via dezelfde route als vrijdag. Ondanks het wisselvallige weer hebben we een heerlijk weekend gehad. De hernieuwde kennismaking met de Ardennen was zondermeer hartverwarmend.

België zit in een diep dal. Het eens zo rijke Ardennerland is daar een jammerlijk voorbeeld van.
Maar ik zou hypocriet zijn als ik niet eerlijk zou zeggen dat wij geprofiteerd hebben van de financiële malaise waar (ook) dit prachtige gebied in zit.
Dip Top zogezegd.

Geen opmerkingen: