Mijn vader was een zoetekauw. Er lag bijvoorbeeld altijd chocolade (van Verkade) in het dashboardkastje van zijn auto.
Na zijn pensionering werd hij ijsliefhebber. Maar dan van het extreme soort. "De Ijskoning" kwam in plaats van één keer in de maand, één keer per week langs. De vrieskist lag vol met allerlei smaken, maar net niet die ik lekker vond. Ijs met gemarineerde rozijnen bijvoorbeeld. Jakkie.
Als feestelijke afsluiting van de maaltijd kwamen de bakken ijs op tafel, vergezeld door aardbeiensaus, chocoladesaus, amarene - kersen, nougatkorrels, nootjes, caramelsaus, aardbeien, slagroom en diverse likeurs. Ieder kon zo zijn eigen dessert klaarmaken.
Nu doe ik dat na zoveel jaar weer, maar aangezien ik het met een vriesvak in de koelkast moet doen houd ik het bij één soort. Het neutrale roomijs.
's Morgens maak ik een espressootje of twee extra die ik af laat koelen en in de koelkast bewaar.
Zo simpel maar zo heerlijk:
roomijs met koude koffie, chocoladesaus uit een flesje (ook heerlijk voor een Kaat Mossel met advokaat), evt. een scheutje Tia Maria - en slagroom.
Jammie.
2 opmerkingen:
Ik belandde hier via de ikjes van NRC.
Leuk, je woordspelingen. Vert-el-sels. Kokker-ellen.
Doe ik ook altijd met de naam van mijn dochtertje. Bo. Komt in veel woorden voor en is vanalles van te maken.
Alleen geen ijsbo's.
Welkom Denise.
Een reactie posten