08 maart, 2011

Indringer

***********************
Indringer is een item dat u nog vaak terug zult vinden op dit blog.

Het handelt over het verloop van de leukemie, die inmiddels negen jaar geleden (geheel bij toeval) bij mijn echtgenoot werd ontdekt. Een drama in een onbekend aantal aktes.

Indringer beheerst zo nu en dan ons leven.
Fysiek heeft het manlief geheel in zijn greep. Mentaal pakt het ons beiden op zwakke momenten in. Zo nu en dan weet het ons tegen elkaar uit te spelen.

Indringer kwam in de afgelopen vijf jaar dat dit blog bestaat weleens ter sprake, maar dat zal vanaf heden frequenter zijn..........helaas.

Laat ik onderstaande passage uit "Weg van mijn moeder" gebruiken als voorbeeld van hoe het begon:

‘Ga je mee’, vroeg hij de avond voor zijn bezoek aan de internist. ‘Jij bent altijd goed in het doorvragen. Ik vergeet de helft.’
Het was toch alleen een routine bloedonderzoek?’
Samen naar de dokter had, tenzij het iets ernstigs was, iets onnozels.
Omdat Joep zo aandrong verzette ik mij niet.
In de wachtkamer van de internist kreeg ik het ineens benauwd. Op het naambordje boven de balie stond “dr. M.H. van Heeswijk, hematoloog”.
Papa was voor zijn leukemie zo`n twintig jaar onder behandeling geweest van een hematoloog.
Joep zat ontspannen de Leeuwarder Courant te lezen. Hij had mijn onrust niet door.
‘Heb jij iets van pepermuntjes bij je’, vroeg ik. Tegelijkertijd verdwenen mijn handen in mijn jaszakken op zoek naar iets lekkers. Tot mijn verbazing haalde ik mijn moeders medaillon tevoorschijn.
Ik stootte Joep aan. ‘Kijk, dit heb ik ook geërfd. Mooi lelijk hè?’

“Mijnheer Grijpsma ?’.
Wij veerden tegelijk op. Nadat we haar de hand hadden geschud volgden we de internist naar de spreekkamer.
'Gaat u zitten’.
Ze dook meteen in Joeps status. ‘Hoe voelt u zich, mijnheer Grijpsma?’, vroeg ze zonder haar patiënt aan te kijken.
'Eigenlijk heel goed, naar omstandigheden.’
‘Hè?’ Zijn ogen vroegen mij om bevestiging.
Ik knikte.
‘Nou ja, die prikken zijn niet echt een pretje. Die steunkousen en al het gedoe eromheen zijn wat minder, maar ik voel mij goed’.
Dokter van Heeswijk reageerde niet op wat Joep zei.
‘Mijnheer Grijpsma, de bloeduitslagen zijn tot mijn grote schrik niet goed. U heeft chronisch lymfatische leukemie. Dit is iets wat ik totaal niet had kunnen voorzien. Het spijt me zo’.
Het kwam er in één adem uit.

Voor mijn gevoel zaten wij minutenlang de arts aan te staren.
Wezenloos.
Het was alsof ik in een vacuüm werd gezogen. Ik werd misselijk.
Joep trok wit weg. Zijn mond stond open.
‘We doen natuurlijk nog een extra test ter controle. Helaas ik kan u nu al verzekeren dat die geen ander beeld zal geven. Dit is het geheide beeld van een CLL.
Gelukkig zit u nog in het beginstadium.
Er bestaat ook geen verband tussen de trombose en de leukemie. Daarom was ik ook zo verbaasd toen ik de uitslag kreeg ’.
Ik moest mijzelf dwingen goed naar haar te luisteren.
Joep zat voorovergebogen en wreef hard in zijn handen. Uit alle macht probeerde hij zijn tranen te bedwingen. ‘Een man huilt niet ‘, was hem – als kind - door zijn ouders ingepeperd.
Even raakte hij mijn uitgestoken hand aan. Ik wilde bij hem op schoot kruipen.
Maar intimiteit leidde onherroepelijk tot een emoitionele uitbarsting. Dus duwde hij mijn radeloosheid zachtjes weg.
‘Weet U wat CLL is?’
Joep knikte.
‘Ja, mijn vader heeft het gehad’, antwoordde ik. ‘Maar mijn moeder was arts’.
Waarom voegde ik dat eraan toe?
‘En hoe gaan we verder?’ Joeps vraag klonk zakelijk, alsof het een bedrijfsplan betrof. Terwijl hij en de arts verder spraken raakte ik in de mist de weg kwijt.
Ik wist wel wat de prognose was.
Ongeneeslijk.
CLL is een sluipmoordenaar. Hij laat je lang met rust, maar slaat vroeg of laat toe.

Afgezien van een enkel pesterig signaal hield Indringer zich tot nu toe rustig.

Vandaag echter kwam zijn kwaadaardige aard echt aan het licht. De leukocyten bereikten (tot nu toe) een recordhoogte.
Een tegenvaller waar wij nog niet op voorbereid waren.

Ja, de afgelopen twee jaar veranderden de bloedwaarden ten slechte - maar dat ging langzaam en geleidelijk. P. mocht altijd drie maanden wegblijven uit de Daniel den Hoed.

Vandaag bleken de leuko's bijna verdubbeld en moet hij zich over een maand weer melden.
Ondertussen buigen de hematologen zich over de vraag of hij niet aan (de eerste) chemo moet. Dat is zo vervelend van deze ziekte - die onzekerheid over wat en wanneer te doen?

"Zouden het per ongeluk niet de uitslagen van een andere patiënt zijn geweest?"
Die hulpeloze vraag stelde hij (zich) in 2002, toen de diagnose CLL werd gesteld, ook. Toen en nu wisten we het antwoord.

Toen was het paniek en ongeloof.
Nu is het balen. Zwaar balen.

Vier april het vervolg.

'Ga je mee’, vroeg hij vanavond.
******************************************

6 opmerkingen:

Hanneke zei

Voel met jullie mee, Hanneke T.

Foxx zei

Ik wens jullie alle sterkte.

Fokke Z.

Ellen ten Bruggencate zei

Dank voor de lieve reacties, ook op FB en per mail.

"Moedig voorwaarts."

AVe zei

Mooi geschreven over je man/jullie. Klote en moeilijk blijft het maar zo'n blog schrijven, dat doe je erg goed.

Nu afwachten tot 4 april. Carpe Diem is mijn lijfspreuk maar het is verdomde moeilijk ernaar te leven!

Wat zie je er trouwens goed uit, zo na je vakantie!

Anoniem zei

Poeh, die donkere wolk boven jullie hoofd, ik hoop dat hij nog lang niet neerdaalt.
P. vooral veel sterkte,gelukkig kunnen jullie elkaar steunen.
Grs. Jacqueline.

Anoniem zei

Niet de moed laten zakken, gemakkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk!
Ik wens jullie beiden heel veel sterkte.
Je houdt niet van tips, dat weet ik, maar groene thee schijnt heel erg goed te zijn...
vriendelijke groet,
Angelien