06 maart, 2011

Literatuur - noodzakelijk of niet.


De besmettelijkheid van de feelgood-literatuur

De zoete lokroep van het succes trekt schrijvers weg van de ambitieuze roman die zich alleen gekweld laat schrijven en al even moeilijk laat lezen. Dat is een ramp.

Feelgood. Als ik in het nabije verleden die term gebruikte, was het om op een milde manier te zeggen: dit is een ongevaarlijk verhaal. Een behaaglijk verhaal. Een verhaal dat angst noch ongemak inboezemt. We kennen het van de films die vaak dit predicaat krijgen, alles wat heftig en weerbarstig is in het leven wordt gepolijst, overgoten met lichtvoetige humor, omgezet in loutering, of opgediend met een behapbare moraal die nooit zwaar drukt en ons moeiteloos zal vergezellen in het bestaan. We sluiten zelfs welbewust, eventjes, de ogen voor de onwaarachtigheid die zo’n gezocht gelukkig einde aankleeft. We willen genieten van een sprookje. Lees verder 

Goed artikel van Jeroen Vullings in Vrij Nederland.

Maar toch.......
Laat Kluun rustig naast Conny Palmen liggen - wie weet pakken ze haar ook mee.

Ik blijf van mening dat (ook in de "leeswereld") de markt bepaalt.
Dat schrijvers daarop in spelen mag je hen niet kwalijk nemen. Iedereen wil een boterham eten - het liefst lekker belegd. 
  
Als mensen mij schrijven of zeggen dat ze "Weg van mijn moeder" in één ruk hebben uitgelezen, dan vat ik dat op als een compliment.

Theodor Holman schreef me, nadat hij het manuscript had gelezen, "zo nu en dan wordt het literatuur."
Hij was complimenteus.

Het ging mij om het verhaal dat mensen moe(s)t aanspreken.

Zolang men maar leest is mijn motto.
*****************************************

Geen opmerkingen: