11 januari, 2013

Zeikerds



Woensdag.
Tijdens de gezellige borrel bij de open haard dachten we dat de rest van de avond niet meer stuk kon.

Hoe anders liep het.....

Een luidruchtig echtpaar, dat aan het hoofdgerecht toe was toen wij aan tafel gingen, klaagde steen en been.
Uitermate luidruchtig.

Hij had zijn eigen fles wit - zij haar eigen fles rood.
In eerste instantie dacht ik dat ze wat excentriek waren.

Fout, ze waren starnakel bezopen.
'Pfff - ze nemen er wel de tijd voor.'
"Schandalig dat de wijn niet bijgeschonken wordt." >>die stond op tafel.<<

Het gesprek werd afgewisseld met onsmakelijke smakgeluiden en rare au-kreten, die P. iedere keer deden opschrikken.
Wij probeerden er geen aandacht aan te besteden wat bijkans onmogelijk was.

Hun hoofdgerecht kwam.
Ik zag meteen aan zijn negatieve uitstraling dat er een klacht aan zat te komen.
Nu vroegen wij ons af of ze überhaupt nog in staat waren smaken te onderscheiden.

Hij liet haar proeven.
"Oh...................veel te droog," riep ze hard. "Dat kan ik veel beter."

Maar de bediening werd niet geroepen.
Nee, ze wisselden borden en aten door.
Mevrouw at de groente met haar handen. Het gesmak en geratel ging door merg en been.

Pas toen de serveerster kwam vragen of alles goed was kwam het hoge woord eruit.
"Is dit tarbot? Het kan net zo goed schol of kabeljauw zijn."
'En het is droog,' vulde hij aan.
"Hou je mond! Ik regel dit."
Ze draaide haar rouge-wangen richting serveerster en keek het meisje met haar zwarte, benevelde ogen aan.
"En je moet niet telkens 'helemaal goed' zeggen," kreeg de kelnerin te horen.

Het aangeboden alternatieve gerecht werd afgewezen.
De vernedering en plein public was een feit.

Vervolgens werden de borden schoon leeggegeten.
Toen de andere ober kwam afruimen werd er weer een serenade dubbele tong afgestoken.
Wij moesten meegenieten, dat was het ergste.

Enfin, ik heb - nadat het stel zigzaggend de eetzaal had verlaten - gezegd dat wij niet meer in één ruimte met deze mensen wilden eten.
Te gênant. Ongemakkelijk. Uiterst onplezierig.
Daarnaast vond ik het naar de - altijd beleefd blijvende - bediening zeer ongepast.

"Als dit geen sterrentent was geweest, waren ze eruit gezet," merkte P. zeer terecht op.


We zouden de volgende dag ergens anders (er zijn drie vertrekken) geplaatst worden.

Echter - tijdens het ontbijt, donderdagochtend, zaten we weer naast ze.

De eetgeluiden waren weer niet om te harden.
Dus pakte ik een blad en nam mijn ontbijt mee naar de kamer.
P. bleef knarsetandend achter.

Let wel: wij hebben GEEN woord met deze mensen gewisseld.

's Avonds werden we - tot ons grote verdriet - toch in hetzelfde (verder lege) zaaltje gezet.
De man ging over tot regelrecht treiteren. Naast het smakken startte hij met trommelen op de tafel.
Hard trommelen.

De sufferd deed het ook toen de ober onze wijn kwam brengen. Die keek verbaasd om.
Ik fluisterde dat wij geen minuut langer in de nabijheid van deze mensen wilden zitten en dat ik erg ongelukkig was met het feit dat we hier waren neergezet.
De zenuwen gierden door mijn keel. Ik kookte.

Er werd meteen actie ondernomen en twee minuten later verlieten wij de tafel. 
"Ah - kijk daar gaan ze weer. Stelletje zeikerds."

P. en ik keken stoïcijns voor ons uit. 
Ze bleven alleen achter in het zaaltje.

We hoorden ze in de verte over ons praten. Zij gluurde om het hoekje waar we zaten en hij gaf even een enorme roffel op de tafel.
Maar de lol was er al snel vanaf.

Wij hadden een heerlijke avond, in het goede, vrolijke gezelschap van De raad van Elf uit Oldenzaal.

Vanmorgen ben ik boven gebleven.
Gelukkig maar, want ze hadden een nieuwe peststreek verzonnen: 
Ze hadden het voor ons bedoelde tafeltje genomen.

P. gaf geen krimp en is buiten hun gezichtsveld gaan zitten.
Ik heb op de kamer ontbeten.

Zij zijn vertrokken.
Wij hebben twee dagen bijgeboekt.
****

Geen opmerkingen: