Voor één van de ingangen van de Bijenkorf loopt een dakloze al jaren heen en weer met de straatkrant. Hij is oud, loopt krom met knikkende knieën en zingt met een zwaar Surinaams accent "wie koopt een krantje bij mij - wie maakt mij blij, wie maakt mij blij". Nou ja, zingen....
Het is meer een jengelende jingle.
Zodra ik in de buurt kom, schiet het wijsje in mijn kop en gaat er niet meer uit.
Het is een lief mannetje, die alleen maar heen en weer loopt en nooit mensen direct aanspreekt. Geen gebedel dus. Hij heeft ook vaste sponsors.
Vandaag is het - zoals iedere zondag - druk in de stad. Met drommen komt men op de uitverkoop af. Duwen en trekken bij de entree van onze straatkrantenman.
Een echtpaar met twee kinderen (één op papa's arm en één in de kinderwagen) moet de trap op. Onhandig om juist deze ingang te nemen, denk ik dan.
Enfin, onze zingende vriend snelt ze te hulp. Hij pakt de onderkant van de kinderwagen. De vrouw lijkt geschrokken, maar voor ze het weet staat het karretje voor de deur. Geen dankje, geen dubbeltje, zelfs geen centje.
Onze vriend knikt vriendelijk en keert terug naar zijn straatje.
Verward en angstig probeert het gezin de Bijenkorf in te komen. Papa steekt geen poot uit, waardoor nu mijn P. de deur voor het gezin opent.
Heel nadrukkelijk hoor ik hem zeggen "alstublieft". Nu komt er een beschamend lachje op het gezicht van de vrouw. Ze fluister "jjjjja, dank u".
We verlaten het warenhuis na een kwartier via dezelfde weg. P. drukt een flinke duit in de verkleumde, verweerde knuist van onze jengelaar.
Hij lacht dankbaar en vervolgt automatisch zijn loopje en jengeltje.
"Wie koopt een krantje bij mij - wie maakt mij blij, wie maakt mij blij".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten