07 juni, 2007

Tandpiene

Vandaag moest ik voor de halfjaarlijkse controle naar onze tandarts in Middelburg. Omdat we al jaren patiënt zijn bij deze bevriende tandenheler, zie ik geen reden het dichterbij huis te zoeken. Hij verdooft wanneer je dat wilt, is heel secuur en smeert je geen overdreven behandelingen aan. Kortom: een toppertje.

In de wachtkamer zat ik naast een vader met zijn zoon (ik schat 4 jaar). Vol trots meld ik even tussendoor dat Jacob van 28 nog geen vulling in zijn mond heeft.
De vader begon in onvervalst Zeeuws - wat ik wel kan maar niet ga herhalen - tegen zijn zoontje. Het ventje jammerde en zat te trillen als een rietje.
"Je gaat niet huilen hoor, daarbinnen", klonk het dreigend. "Denk maar aan de cadeautjes die je krijgt als je flink bent. Je bent een flinke jongen en flinke jongens huilen niet."
"Maar het doet pijn. Die boor doet pijn en dat wil ik niet", snikte het knulletje.
"Het kan geen pijn doen, want het is verdoofd. Wordt het al stijf?"
Het kind voelde aan zijn pijnlijke wang en raakte in paniek. Hij keek zijn vader angstig aan, pakte diens hand en zei: "voel maar, het is niet stijf. Het doet pijn en de boor doet helemaal pijn". Het kind was bekend met de boor bedacht ik mij. Een melkgebitje en dan al dit.
"Je voelt niets. Je bent verdoofd. Het is ook je eigen schuld. Je snoept teveel en je poetst je tanden niet goed." De vader overspoelde zijn kleuter met verwijten.
Ik kromp achter mijn krant ineen.

Het bange wezentje deed mij aan mijzelf op die leeftijd denken - temidden van mijn 2 grote zussen en broer in de wachtkamer. Onze tandarts zei altijd dat het een beetje gevoelig zou zijn terwijl je tegen het plafond vloog van de pijn, verrichtte een zenuwbehandeling bij mijn zus zonder verdoving en heeft bij ons vieren het tandartsensyndroom erin geboord. Toen ik jaren later de tandartsscène in the Marathonman zag (en voelde), moest ik direct aan mijn jeugdige ervaringen in de stoel denken.

Dit jongetje naast me zou geen pijn meer voelen, maar wel die angst die iedereen (her)kent.
De vader maakte het allemaal nog een tikkie erger door het kind een schuldgevoel aan te praten en hem het gevoel te geven dat hij er alleen voor stond. Het gejammer en gemekker ging nog even door, ook toen vader zich in een krant verschool.
Uiteindelijk na een half uur werd het kind naar het schavot? of de bevrijding? gevoerd. Even hoorde ik hem gillen. Dat was een schreeuw van angst, niet van pijn. Even later kwamen vader en zoon triomfantelijk de spreekkamer uit. Het leed was alweer vergeten.
Terwijl hij mij vriendelijk toeknikte, sprak hij zijn zoon opgelucht toe: "zo, en nu gaan we iets lekkers kopen".

Geen opmerkingen: