**********************************
Gerda.
Gerda.
Ze woonde op de 30ste.
In de Rotterdamse “highrise,” waar alleen maar yuppen woonden, was iedereen anoniem.
Het bleef bij een beleefd “goedendag” in de lift. Meer kon er niet vanaf.
Gerda probeerde het wel, maar kon niet op tegen mobiele telefoons en iPods.
Wanneer de schoonmaker van het complex de gang van de 30ste kwam stofzuigen, vroeg Gerda hem altijd binnen voor een kop koffie.
Ze had een nieuwe buurman.
Hij had aangebeld. Gerda had hem binnen gevraagd.
Hij had aangebeld. Gerda had hem binnen gevraagd.
Hij had geen tijd. “Ik heet Jan,” had hij gezegd.
Ze had een buitenlands accent waargenomen, maar kon het niet thuisbrengen. Hij had haar een bos bloemen in de handen gedrukt.
Ze had een buitenlands accent waargenomen, maar kon het niet thuisbrengen. Hij had haar een bos bloemen in de handen gedrukt.
Gerda was zo overdonderd geweest dat ze niet goed had gehoord wat hij in de haast tegen haar had gezegd. “Helpen……boodschappen…….post.”
Jan. Verder niets. Nergens een naambordje.
Dus was het "Jan van 301."
Ze stonden wel eens samen in de lift. Met nog iemand.
“Dag buuf,” zei hij dan en mompelde iets onverstaanbaars tegen zijn metgezel. Die knikte, vilein lachend naar Gerda.
Maandenlang vernam Gerda niets van haar buurman. Ze twijfelde of hij er nog wel woonde.
Tot op een middag de bel ging. In haar videofoon zag ze een man in een overall staan.
“Wie is daar?”
‘Bezorgservice. Ik heb een pakje voor 301,’ antwoordde de man. ‘Maar de bewoner is niet thuis. Wilt u het voor uw buurman aannemen?’
“Ja natuurlijk. Komt u maar naar boven.”
De pakketjesbezorger nam de lift naar de 30ste en liet Gerda tekenen voor ontvangst. Bij gebrek aan een handtekening schreef ze keurig haar naam.
Het pakje legde ze op het gangtafeltje onder de spiegel. Toen pakte ze een stukje papier en
schreef daar “er ligt een pakje voor je bij 302” op. Met een plakbandje hing ze haar boodschap op de deur van Jan.
Josien stond in de lift. Met drie mannen. Vanwege een onbehaaglijk gevoel drukte ze lukraak op 7 terwijl ze naar 14 moest.
Eén van de mannen drukte op 30.
Tien dagen later werd, dankzij de schoonmaker die zijn koffie miste, het levenloze lichaam van Gerda gevonden.
Onlangs werd mij een pakketje aangeboden. Voor iemand die helemaal niet op onze verdieping woont. De besteller drong tot vervelends toe aan. Het was duidelijk dat hij er vanaf wilde.
“Ja, maar misschien is het wel een heel belangrijk pakje,” zei hij.
Even had ik een visioen: Gerda
Ik weigerde het pakketje.
*****************************************
*****************************************
Geen opmerkingen:
Een reactie posten