18 mei, 2007

Parijs

Eigenlijk moet ik mijn lezers niet lastig vallen met vakantiepraat cq. foto’s. Maar er gebeurt altijd iets leuks, vreemds, spannends of tragisch.
Onze overnachting in het doodsaaie, sombere Kortrijk was een verrassing. Prachtig, gerestaureerd hotel Messeyne met een uitstekende keuken. ’T was even zoeken, waardoor het kookpunt in de auto snel bereikt werd, maar het menu vergoelijkte de ergernis.
Tenminste…………tot manlief de menukaart opende. GVD – excuus, maar dat kwam er echt sissend uit – leesbril vergeten. Gelukkig had ik voor bij mijn verschillende outfits bijpassende montuurtjes meegenomen. Niks luxe hoor. Kant – en klare brilletjes van de fleamarket: 3 voor $ 11,- P.- dolgelukkig - mocht het lichtblauwe exemplaar bij zich houden.

Om een voorstelling te geven van waar we zitten – voor degenen die Parijs kennen - ons hotel bevindt zich in Rue Caumartin, direct achter de Olympia. Nog geen 5 minuten van de Opéra en de Madeleine. Dus gewoon hartje centrum voor de Fransen, maar een beetje non – toeristisch.

Gisteravond hebben we geweldig fruits de mer gegeten aan de place de Clichy bij Charlot. Tijdens het gepeuter in de schelpen nestelde zich tegenover ons een stelletje dertigers – althans dat was mijn schatting. Hoewel ik daar nu aan ga twijfelen, want hij hield de menukaart een kilometer van zich verwijderd. Ik herkende het meteen: mijnheer had een leesbril nodig.
Hij greep naar zijn borstzak, broekzak en vroeg vervolgens luid en jolig aan zijn – veel jongere – buurman of die een leesbril bij zich had. Nee dus. Ook de ober kon de – nu wanhopig gebarende – man niet helpen. Dus maande ik P. om zijn bril aan te bieden.
De man vloog P. bijna om de hals en bood als dank een glas champagne aan. Nou had ik die net als apéritif gedronken, dus een tweede glas liet ik mij niet ontnemen.
“They're mine”, zei ik terwijl ik op de bril wees. En dus kreeg ik een glas champagne terwijl P. een tweede fles witte wijn bestelde. Vis moet zwemmen,…………. toch?

We raakten met elkaar aan de praat en op een gegeven moment kwam de ober lachend bij onze tafel staan. Hij wees op de (half) gevulde glazen die voor mij stonden.
Nu weet ik niet meer waar ze allemaal vandaan kwamen, maar de jolige aardigerd had mij een glas van hun witte Bourgogne laten proeven. Daarnaast stond een braaf glas water, daarnaast onze eigen Muscadet en de rij werd gesloten door een glas Grand Marnier – dat bij de GM soufflé hoorde. Het was al met al een zeer geslaagde avond.
Wat zo’n brilletje wel niet teweeg kan brengen.

Vandaag hebben we voornamelijk op de bus gezeten vanwege het prachtige weer.
Op Place Pigalle pakten we – tot grote ergernis van P. een terrasje.
Het moment van de onvermijdelijke onenigheid was aangebroken. Dat moment dat je het niet met elkaar eens kan worden en ruzie maakt om futiliteiten, gewoon omdat je dwars wilt zijn en even lelijk tegen elkaar moet doen. Maar toen vloog er – vlak voor ons neus - een scooter op een optrekkend Renaultje en waren de rapen gaar. Het razend drukke plein lijkt op een botsauto – arena, waaruit men doodleuk in een gedeukte auto wegrijdt. Ook wij wisten niet wie nu fout zat. Blijkbaar was de scooter splinternieuw want de berijder sprong voor het autootje zodat zij hem niet kon ontglippen. De moeder maakte er een heel spektakel van en liet de scooterman met een bek vol tanden staan. Hij schreef wel iets op, maar of hij er echt werk van maakt…..?
“Wat zitten we hier leuk hè?” zei P. terwijl hij zijn arm om mij heen sloeg en mij naar zich toetrok. Andermans leed had de lucht tussen ons geklaard.
We zoenden het af.

Geen opmerkingen: