Tegen elven liepen wij van het hotel tegen een stroom van duizenden oranje mensen in naar het CS. Iets angstaanjagends had dat wel want we werden van beide kanten door ijzeren gangen gedreven: spooklopers als het ware. Het spookt door je hoofd "op de been blijven El, anders wordt je vertrapt en vindt P. je nooit meer terug".
Echtgenoot trok mij, zodra we in het stationsgebouw waren, het eerste de beste perron op. De menigte die ons tegemoet kwam maakte hem zo bang, dat wij meteen perron 1 opvlogen. Weliswaar maakte deze trein een detour via Haarlem, feit was dat hij leeg was en naar Rotterdam ging. Vanuit het raam bekeken wij met enige afschuw hoe de afgeladen binnenkomende treinen als het ware ontploften toen de deuren open gingen.
In Rotterdam was de toestand heel anders. Hier waande je je in twee tropische continenten, nl. Noord-Afrika en Midden-Amerika met her en der een verdwaalde Hollander.
Het schoolvoorbeeld van de multi-culturele stad met een autochtone minderheid. Wat ik in voorgaande stukjes al meldde werd vandaag nog eens bevestigd. Het straatbeeld van Rotterdam is heel anders dan dat van Amsterdam.
De Antilliaanse muziek drong door in onze flat, doch mijn moeheid overwon en ik viel in een heerlijke diepe slaap. Na een tosti en veel water om te ontgiften liepen wij naar het Schouwburgplein voor een cappuccino met Tia Maria. Dat laatste had ik nodig om toch weer in de feeststemming te komen. Het was tenslotte Koninginnedag.
Hans Dulfer & Band traden op in het Doelencafé. Op de televisie of radio vind ik er niet veel aan, maar live is hij echt TE GEK. De entree was gratis en het bier niet eens zo duur. Wij waren niet de enige ouderen. Na een half uur ging het dak eraf en dansten jong en oud op de waanzinnig swingende aanstekelijke funkmuziek van Dulfers band. Het was waanzinnig: van 16 tot 60 ging totaal los.
Wat een heerlijkheid om nu echt IN deze stad te wonen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten