Dit is mijn 365ste Vert-el-sel!
Alsof ik het zo heb uitgekiend. Vandaag één jaar geleden schreef ik mijn eerste aarzelende stukje "In de kinderschoenen".
In het begin dacht ik dat ik maar sporadisch iets zou kunnen leveren aan mijn eigen blog, doch dat pakte anders uit. Dagelijks produceer ik één of meer verhaaltjes.
Mijn leven is erdoor veranderd: ik leef veel bewuster.
Regelmatig hoor ik: "Ellen, waar haal je het vandaan?"
Antwoord: "van de straat, uit de krant, van radio- en tv, vanuit de concertzaal en het theater, vanuit een restaurant of café, vanuit de privésfeer, maar mijn hoofd is mijn grootste inspiratiebron." Mijn eigen creativiteit - als ik zo onbescheiden mag zijn - verbaast mij telkens weer. Overal zie ik wel een verhaal in. Dat maakt het leven niet alleen veel boeiender, het is ook een verrijking. Het lijkt wel alsof er in het afgelopen jaar veel meer gebeurd is dan daarvoor. Er zijn bijzondere mensen op mijn pad gekomen, mijn stukjes worden her-en der geplaatst (o.a. de Groene Amsterdammer) en het houdt mijn geest scherp. Mijn grootste vrees is dat mijn vocabulaire mij op een gegeven moment in de steek laat: dat ik de woorden niet meer kan vinden.
Het schrijvend vertellen is een passie geworden, die mij op late leeftijd in de greep heeft gekregen. Ja, het is een verslaving, maar één waar ik niet dood aan ga: integendeel, mijn leven is bruisender dan ooit. De laptop gaat de hele wereld mee over, want overal ligt een verhaal op de loer. Beste voorbeeld is de plotselinge ontmoeting met Ayaan op het vliegveld van Fort Myers - of all places.
Toen ik 13 was - 1e klas Rotterdamsch Lyceum - schreef ik een opstel waar ik een 9,5 voor kreeg. Het was een 10 geweest als ik niet een komma was vergeten. Waar het opstel over ging weet ik niet meer, maar het was een fictief verhaal.
Zoals mijn moeder altijd vol schaamte, zeer geïrriteerd en schouderophalend kon zeggen: "Ellen's fantasie gaat weer met haar op de loop". Dat zei ze trouwens ook wanneer ik een waar gebeurde belevenis vertelde.
Op deze heuglijke dag heb ik Theodor Holman gevraagd een paar regels toe te vertrouwen aan mijn weblog. Nu kom ik er (vooral hier in R'dam) achter dat niet iedereen weet wie Holman is. Pas wanneer je de naam van Gogh noemt klinkt er herkenning. "ahhhh ja, die Indische man".
Gek is dat toch, want zo heb ik hem nooit gezien. Dat werd mij pas duidelijk toen ik "Hoe ik mijn moeder vermoordde" zag (eerlijk gezegd mijn favoriete, geïmproviseerde film).
Als Rotterdammers lezen wij het Amsterdamse Parool vanwege de goede columns, waaronder de dagelijkse "Holmans Hoofdstad".
Daarnaast schrijft hij wekelijks als "Opheffer" in de Groene Amsterdammer, presenteert hij op dinsdag en vrijdag Desmet Live op radio 5 (18-20 uur), is scenarioschrijver (o.a. van het gisteren aangekondige "Oorlogsrust") en schrijft hij boeken, liederen en gedichten.
"Theodor, als ik iets vergeten ben, laat het mij dan weten en bedankt voor je onderstaande bijdrage".
Het eerste verhaaltje dat ik ooit schreef, ging over een bedelaar die zo arm was dat hij kattevoer moest eten.
Ik was toen een jaar of 13, en bijzonder trots dat deze Carmiggelt-imitatie in de schoolkrant werd gepubliceerd.
Mijn vader stimuleerde mij door aan tafel, bij het avondeten, te zeggen dat hij het allemaal ongeloofwaardig vond. ('Wie eet er nu kattevoer?')
Om de sfeer aan tafel te verhogen, liep ik naar de keuken, pakte een blik kattevoer, keerde dat op mijn bord om en nam een hap. Mijn broer wakkerde de geweldige stemming nog even aan door te zeggen: ''Je moet pappa niet voor gek zetten!'' Waarna mijn vader de tafel verliet.
Mijn eerste echte stuk in een echte krant, betrof een verhaal dat ik schreef voor het Amsterdamse Studentenblad Propria Cures. Dat ging - toevallig - over mijn vader. Mijn vader was goochelaar en toen ik wat ouder was mocht ik mee naar kinderfeestjes waar hij optrad. Ik zag daar hoe hij door de kinderen werd gepest. En ik deed met dat pesten mee.
Bij PC had men zeer om het verhaal moeten lachen. Ik werd er later zelf redacteur.
Wie zijn ouders in zijn jeugd flink heeft getreiterd en gepest, heeft later als auteur een voordeel.
De jeugd weet dus nu wat ze te doen staat.
Theodor Holman
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten