Overal nodigen borden degustation je uit een bodempje van het één of ander goddelijk vocht te komen proeven.
Echter, de gastvrijheid is ver te zoeken wanneer je binnenkomt.
Je ziet ze denken: 'daar heb je weer zo'n toerist, die komt drinken maar niet zal kopen'.
In veel gevallen wordt eerst je kennis getest. Nu pretendeer ik niets en zeker niet dat ik kennis van wijn heb, maar ik weet wel wat ik lekker vind.
Bij de eerste wijnboerin ging het nog goed. Ze schonk enthousiast drie verschillende witte Bourgognes.
Jammergenoeg was er geen crachoir (spuugbak), noch brood om de smaak te neutraliseren. Ik bleef dus met een wrange sherrysmaak in mijn mond zitten.
Dat ik de wijn niet lekker vond, was haar om het even. Een stel meeproevende Duitsers kochten wel een fles.
Vervolgens ging het naar een wijnverkoper met een enorm assortiment uit verschillende villages. Toen ik vroeg om een rode Meursault (die wij zo heerlijk in Bourbon-Lancy hadden gedronken) werd ik nagenoeg voor stom uitgemaakt.
Rode Meursault is zeer zeldzaam (maar 8% van de gehele oogst) en dus kon - of liever gezegd wilde hij die niet laten proeven.
De geklimatiseerde kast met proefflessen - ook de witte - bleef voor ons gesloten. Oké, maar dan ook niets (ver)kopen. Stelletjes arro's.
De buurman met een aantrekkelijk proeflokaal - maar veel kleiner assortiment - was gelukkig wat vriendelijker. Hij vroeg wat wij lekker vonden en hoeveel we wilden uitgeven.
En potdorie: hij had wel degelijk een rode Meursault, voor een niet al te gekke prijs.
Jammergenoeg liep ik nog steeds met die sherrybek, waardoor het proeven weinig zin had.
Maar we kochten de rode Meursault.
Triomfantelijk bleef P. voor de etalage van de (tweede) onwelwillende wijnverkoper staan en duwde demonstratief de doos tegen het raam. Hij zag ons en dook weg onder de toonbank.
Ook bij ons Château-hotel André Ziltener in het schilderachtige Chambole-Musigny mochten we, als goed betalende gasten (standaardkamer kostte 220,-), gratis plaats nemen in het enorme proeflokaal (foto). Ook hier weer die onverschilligheid en zogenaamde oververmoeidheid.
Nu kwam er wel een mandje droog brood op tafel, waarmee ik eindelijk die zure nasmaak van de eerste witte wijn kon wegkauwen.
Het was me inmiddels duidelijk dat wijnproeven niet mijn bezigheid is. Althans niet zoals gebruikelijk is. Er wordt jonge wijn geschonken, die nog wat jaren moet blijven liggen.
Dat is aan mij niet besteed.
Ik wil een nu drinkbare wijn proeven - nu genieten. Een paar maanden geduld kan ik wel opbrengen, maar ik investeer niet in wijnen.
Want hoe weet ik nu of die - nu nog wrang smakende - wijn over vijf jaar wel naar mijn zin zal zijn?
Zo ik er dan überhaupt nog ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten