De vakantie staat voor de deur. We gaan tien dagen naar Schotland.
Mijn gedachten gaan terug naar de ten Bruggencate-vakanties aan het Lago d'Iseo.
Naar de tijd dat Europa nog grenzen had.
Naar de tijd dat paspoorten en de groene kaart werden gecontrolleerd.
Naar de tijd dat je flessen wijn en sloffen sigaretten verstopte in een slaapzak.
Naar de tijd dat 18-karaat goud in Italië spotgoedkoop was en mijn moeder voor de hele familie inkocht.
Naar de tijd dat douaniers hun hoofd door het raampje staken.
Naar de tijd dat mijn moeder zenuwachtig zei dat ik me slapende moest houden - kleine blonde meisjes zouden harten doen smelten.
Naar de tijd van de carte carburante, die mijn vader aan het eind van de vakantie met winst aan de campingbaas Luigi verkocht.
Naar de tijd dat er vele mapjes van de bank op tafel lagen. Mapjes met Duitse Marken, Zwitserse Franken en Italiaanse Lires (dikke pakken Lires). Daarnaast gingen er cheques mee, die in Italië gewisseld werden.
Het is nostalgie. Ik verlang terug naar die tijd. Niemand heeft mij horen juichen toen de Euro werd ingevoerd.
Alles was vroeger beter?
Nu gaan wij naar een niet-Euroland en wil ik een voorraadje Britse Ponden in de portemonnee hebben. Dus ga ik naar mijn bank.
Bij binnenkomst ontdek ik dat er het een en ander is veranderd. Ik kan geen vreemde valuta meer kopen.
Ja, ik mag voor minimaal duizend Euri aan Ponden bestellen. Maar tweehonderd Pond opnemen is er niet meer bij.
De balie en het loket: ze zijn uit het bankbeeld verdwenen.
Hetzelde gebeurt met mij: de bank, ik heb er niets meer te zoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten