Veel wil ik niet kwijt over Zomergasten. Na Joost Zwagerman heeft het populaire programma, waar iedereen altijd verwachtingsvol (wie wordt de presentator?????? en vervolgens wie worden de zomergasten??????) naar uitkijkt, mijn interesse verloren. Connie Palmen en haar opvolgers konden mij niet drie uur lang aan de buis gekluisterd houden.
Vanwege mijn onbedwingbare nieuwsgierigheid heb ik gisteren toch een stief kwartiertje gekeken. Columnist Bert Brussen heeft het wel drie uur volgehouden en schreef er een "mooie" recensie over op NU.NL
"......Maar Brandt Corstius was er niet de gastheer naar de politicus met de no-nonsense arbeidersmentaliteit radicaal een andere weg te wijzen. Regelmatig bleek de Zomergasten-presentator dan ook niet meer dan een aankondiger van fragmenten. Een simpele omroeper, niet eens een veredelde......."
De dromerige ogen van (ster in opkomst?) Jelle Brandt Corstius schijnen menig vrouwenhart op hol te doen slaan. Nu ben ik niet vies van een jong blaadje, maar deze Jelle past niet in mijn beeld van "een lekker stuk."
Goed, smaken verschillen. Waarmee ik een bruggetje naar iets heel anders wil slaan.
Vanmiddag om drie uur pakte ik de slowcooker en deed er het volgende in:
- klontje boter
- beetje water
- 2 lappen dikke rib (van de vleesboerderij in Kerkwerve)
- zout, peper
- 1 gesneden rode ui
- klein blikje tomatenpuree
- theelepel mosterd
- 5 laurierblaadjes
- flinke klodder knoflookpasta
- handjevol cherry tomaten
Twee uur later kwam ik thuis en waande mij in mijn grootmoeders keuken. Het enige dat ontbrak was de lucht van petroleum.
Om zes uur legde ik een Snelle Jelle op het vlees - als bindmiddel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten