03 mei, 2010

Mensen behandelen

**************************************************
STEL:
Je moet voor controle naar de Daniel den Hoed Kliniek - een ziekenhuis waar je niet voor een ingegroeide teennagel komt.
De gewoonlijke procedure dat je eerst bloed laat prikken, waarna je minstens een half uur moet wachten voordat je bij je arts terecht kunt (arts is in dit geval een hematoloog).
In de wachtkamer zitten mensen die er zieker uitzien dan jij. Maar het spookt altijd door je hoofd: is dat mijn voorland?

STEL:
De hematoloog, die je door de eerste jaren van je ziekte heeft heen geloodst - wiens e-mailadres je kreeg in geval je vragen had - die je vertrouwde en bij wie je je op je gemak voelde, is twee jaar geleden vertrokken.
Je hebt met een invalarts te maken. Telkens loopt de communicatie stroef. Je voelt je niet serieus genomen en van enige openheid is geen sprake - laat staan dat je haar vertrouwt.
Waarschijnlijk is haar tijdelijke aanstelling de reden dat ze zich niet bindt aan "haar" patiënten.

STEL:
Er moeten veel meer buisjes worden gevuld dan gebruikelijk. De uitleg is: een speciaal groot onderzoek.
Goed.
Je zit tegenover de afstandelijke arts.
De leuco's zijn weer gestegen. Niet goed.
Gelukkig blijven HB (rode bloedlichaampjes) en bloedplaatjes goed op peil.

STEL:
Je wordt gevraagd even mee te gaan naar een andere ruimte. Daar wordt je bloeddruk gemeten en volgt een algemeen onderzoek.
Goed.
Dan moet je je overhemd uittrekken, je boek losmaken en op een behandeltafel gaan liggen. Je hart bonkt in je keel, je bloeddruk stijgt. Dit hoort niet bij de gewoonlijke controle.

STEL:
Er komen verpleegsters en assistenten in de behandelruimte. De arts zegt zonder blikken of blozen: "we gaan een beenmergpunctie doen." Zomaar - out of the blue - ter plekke - zonder vooraankondiging: "we gaan een beenmergpunctie bij u doen." Het zweet slaat je enigzins uit.
"Gaat u maar op uw zij liggen."
Je doet wat je gevraagd wordt. Je kijkt naar een witte muur en duwt je warme voorhoofd er tegenaan. De onderzoekskamer is vol mensen, maar je voelt je zo godvergeten alleen.

STEL:
De dames en heren beginnen te kibbelen over een grote of een kleine naald. Nogmaals: boven je hoofd (je moet doodstil blijven liggen) begint een discussie over een d i k k e of een d u n n e naald.
Niemand geeft uitleg over het hoe en waarom. Ook niet wanneer je daar naar vraagt.
Zes jaar geleden is er ook een punctie gedaan. Daar werd je maanden van tevoren op voorbereid.
Je sluit je ogen en ondergaat de behandeling.
Wat moet je anders? Wat moet je in vredesnaam anders??

STEL dat STEL werkelijkheid is.

Geen opmerkingen: