24 juni, 2009

Campingeten

P. kwam me om zes uur ophalen uit Brouw. Het einde van een heerlijk weekje zonnig en (nog) rustig Zeeland.

Het huisje ziet er weer picobello uit voor de verhuur.
Daarom wilde ik er ook niet meer koken.

Bij het winkeltje op het nabijgelegen Landalpark kocht ik een blikje Smac en een pak Hollandse groenteschotel van Iglo.

Het knapperige stokbroodje kon ik niet laten liggen.

Zo toverde ik in tien minuten een heerlijke eenpansmaaltijd op tafel. Het flesje rode wijn erbij deed wonderen.

Maar het gaat mij specifiek om Smac.

Het brengt mij terug naar mijn jeugd, naar de kampeervakanties met mijn familie. Kamperen in tenten.

Mijn vader had zelf een bagagewagen ontworpen en gebouwd. Achterin, boven het nummerbord, zat een kastje waarin het butagasje stond. Mijn moeder kon onderweg koffie zetten.
In de bagagekar ging veel proviand, waaronder een aantal blikjes Smac; zo makkelijk te openen met dat - op de deksel geplakte - sleuteltje. Het was nog een nauwkeurig werkje om het strookje er recht af te draaien en om je vingers heel te houden.

We aten Smac gebakken, door de macaroni (in Italië!), door papa's fameuze prut of dungesneden op brood met een lik mosterd.

Zo nu en dan, in noodgevallen, pak ik het weer uit een blikkenschap.

Altijd gaan mijn gedachten terug naar mijn jeugdjaren.

Smac is tijdloos.

Geen opmerkingen: