06 augustus, 2010

Not my generation

********************************************************
Het Balk van de dode Klazien is nu het Balk met een Lidl.
We zitten op een terras aan het Slotermeer. Ik noteer wat kernwoorden in mijn opschrijfboekje, dat ik altijd bij me heb.

Het wemelt er van de kinderen. Nederland is met vakantie en veel jonge gezinnen vertoeven in Friesland.

Grote gezinnen – het lijkt een vorm van rijkdom, of welstand.
Wij wonen in Rotterdam in een “yuppenflat.” Mijn generatie is een grootouders-generatie, maar veel benul van een babyboom heb ik niet.
Op dit terras besef ik pas dat Nederlanders behoorlijk productief zijn. Dat ze dat durven: in deze tijd - in deze wereld.
******
Achter ons wordt de tafel bezet door een gezin met drie lagere schoolkinderen. Het is hun eerste dag. Ik vang wat op.
“Als we een slechte dag hebben, zeggen we gewoon dat het een dag is om snel te vergeten,” zegt papa opgewekt terwijl hij een slok van zijn eerste vakantiebiertje neemt.

“Een dag met een donkerbruin randje,” zegt het middelste meisje.

“Dat is een poeprandje,” grinnikt de jongste. Hij kijkt ondeugend naar zijn vader, maar krijgt geen standje.

“Nee, een dag met een zwart randje,” beslist de oudste.

De ouders proberen geanimeerd te doen. Ze willen de gemiste tijd met hun kinderen in één uur goed maken. Maar ze zijn duidelijk moe na een jaar werken. Hard werken voor twee weken kamperen aan het Slotermeer. Ik hoop zo dat ze mooi weer krijgen.
******
Aan de volgende tafel zitten een man en een vrouw, ieder verdiept in een iPhone. Hun dochtertje mag niet naar de speelweide, noch naar het strandje. Haar waterige ogen staren over het meer, ze bijt het rietje in haar Colaflesje kapot.
******
Splinter is ook met zijn ouders en baby broertje op het terras. Splinter heeft ouders met geld. Zijn moeder bemoeit zich overdreven met hem. Alles wordt besproken en kleuter Splinter is een geweldige onderhandelaar. Hij moet nog twee worteltjes eten - dan mag hij een ijsje uitzoeken.

Splinter heeft een Jort Kelder kapsel, lederen veters om zijn polsen, bootschoenen en kleren van Polo - het evenbeeld van zijn vader. Amsterdam Zuid of Het Gooi.

Na het eten stappen ze in een sloepje en varen hoogstwaarschijnlijk naar het huis van (o)pappie en (o)mammie.
******
Achter mij zit ook een gezellig gezin. Vader, moeder en vijf kinderen. Vader (hij lijkt sprekend op Rouvoet) met twee zonen aan de ene kant, moeder en de dochters aan de andere zijde. En nog iets in een kinderwagen.

Ze genieten. Maar voordat ze gaan genieten van het eten is het even stil.

Geloof het of niet: op het moment dat de serveerster met handen en armen vol hete borden en schalen bij de tafel komt, besluit vader te gaan bidden. De serveerster blijft eerbiedig op een afstand staan wachten. Ze buigt haar hoofd. Richt ze zich ook tot de Heer of staat ze de brandende pijn te verbijten?
******
Verderop zitten veertigers. Overduidelijk veertigers. Hij is grijzend en heeft een leesbril, haar rimpels verraden dat ze geen jonkie meer is.

Ze hebben een kind van een jaar (mijn schatting) dat vrijuit over de grond kruipt. De ouders vinden het blijkbaar goed dat alles in de mond gestopt wordt. Hun kind is de wereld aan het ontdekken, bezig zich te ontwikkelen en daarbij past geen ouderlijke bemoeienis.

Niet alleen gaat er op de grond gevallen vuil het mondje in, ook van dierlijk voedsel is het hummeltje niet vies. Augustus is wespenmaand……………………………….U voelt ‘m al aankomen?

Ik kan het niet aanzien en wend mijn hoofd af.

Het is mijn kind niet.

Geen opmerkingen: