17 oktober, 2009

National Health

*****************************************
P. heeft al enkele dagen een gemeen droog hoestje. Zijn puffer helpt hem daar helaas niet vanaf.

Vanmorgen stond hij echt gammel op. "Ik kan het ene been niet voor het ander krijgen."

Als kind heb ik mijn moeder met haar eeuwige thermometer vervloekt. Nu is dat het eerste waar ik naar grijp. Zeker in het geval van P., met zijn (alles in de war gooiende) leukemie................

Naturlijk gaat het niet zonder tegenstribbelen. Hij voelt zich hondsberoerd, vraagt veel aandacht, zegt tien keer achter elkaar dat het wel weer overgaat en probeert er bij mij geruststellende woorden uit te trekken.

Ik durf pas iets te zeggen wanneer ik zijn temperatuur weet. De medicijntas vol Tamiflu, slijmoplossers, antibiotica en andere voorgeschreven geneesmiddelen kijkt vanaf het nachtkastje toe. De rits staat al open.

39.3!!

Nee, hij heeft geen Mexflu-symptomen, op de longen na. Maar P. heeft astma, dus de ziektekiemen zoeken eerst hun weg naar de bronchieën.
Hij duwt een 1000 mg. Paracetamol zetpil naar binnen om de koorts te bestrijden.

Zonder enige aarzeling loop ik naar het huis van de (cottage)eigenaar.

Hazel belt 999. Dat klinkt alarmerend, maar het is de enige manier om hier een dokter te krijgen. De symptomen worden aan de andere kant van de lijn genoteerd. Binnen een half uur zullen we teruggebeld worden.

Meanwhile bel ik de dienstdoende hematoloog van de Daniel den Hoed. Die afspraak is in het verre verleden gemaakt. Word je ziek (met een temperatuur boven 38.5) in het buitenland, direct bellen. We hebben dat advies vanuit de VS inderdaad al eens opgevolgd en dat ging toen prima.

De wat ongeïnteresseerd klinkende arts schuift dit akkefietje toch door naar zijn collega's alhier.
"Goed, maar als er contact nodig is met Rotterdam? Lijkt me toch niet uitgesloten."
Hij aarzelt. "Dan moeten ze niet bij mij zijn, maar bij dokter C. Dat is de dienstdoende hematoloog. Aan mij hebben ze niets."
Ik ben helder (vind ik zelf). "Als zij niets aan u hebben, wat heb ik dan nu aan u?"
Het slome, lacherig antwoord "omdat ik u wel dit advies kan geven" bevalt me totaal niet.

Ik beheers het Engels gelijk mijn moedertaal, maar een zieke patiënt als P. voelt zich ongemakkelijk in den vreemde. To say the least.

Binnen een half uur belt er een nurse. Weer laat ik P. het hele verhaal zelf doen. De nurse geeft een paar praktische, ouderwetse adviezen. Raampje open - koele, goed geventileerde kamer en natuurlijk veel drinken.
Ik maak iets te eten en zet thee.

Daar is Hazel weer met de telefoon. Ditmaal is het een echte arts. Het gesprek duurt kort. Er komt een arts.

Zoonlief belt vanuit een MacDonalds. Hij is naar Ajax geweest en eet nu een vette hap. Misschien zou ik dat ook doen als ik naar Ajax was geweest. Jemig, where did I go wrong...... mijn zoon en Ajax.

Na een uur staat er een vrouwelijke arts voor de deur. "Hello, I'm doctor Dickson. Sorry I'm late." Een vriendelijke, montere, zelfverzekerde veertigster volgt mij naar de slaapkamer.

P. wordt ondervraagd en onderzocht. Ze probeert zijn dagelijkse medicatie te ontcijferen.
Pols, bloeddruk, hart: alles is goed. Zelfs de longen klinken schoon. Een virusje is de diagnose, met een irriterend hoestje. Ze neemt een kijkje in mijn medicijntas en vist er Codeïne en Paracetamol uit.

Die verdomde leukemie zet ons weer op het verkeerde been. Ik schaam me een beetje en vraag haar wat de kosten zijn. In de VS is er al $150,- van je creditcard afgeschreven voordat je überhaupt een arts hebt gesproken. Om over de navorderingen nog maar te zwijgen.

"Nothing," zegt dokter Dickson. "I hope that you can enjoy the rest of your holiday."

Ik ook, denk ik.

Geen opmerkingen: