13 oktober, 2009

Èhèl

****************
“Èhèl?!”
“Ja P.”
“Volgens mij zitten we op de verkeerde weg.”
“Give it a chance P. Even doorrijden tot de volgende borden.”
“Neehee, dit is niet goed.”
“Okee schat, dat gaan we terug.”

P. zet de auto langs de kant van de weg en wil gaan draaien waar het niet mag. Ik zwijg en zie in de verte de snelweg die wij moeten hebben. Zonder iets te zeggen tik ik hem op zijn arm en wijs richting snelverkeer.

“Is dat de snelweg, El?”
“Het lijkt er wel op.”

Gelukkig, we rijden verder en na tweehonderd meter zitten we op de snelweg richting Caen.

“Èhèl?!”
“Ja P.”
“Ik wil koffie.”
“Koffie? Je hebt zojuist bij het ontbijt drie bakken koffie gedronken.”

“Ja, maar ik ben gewend om de hele dag door koffie te drinken. Errug hè?”
“Ja P. dat is errug.”

“Èhèl?!”
“Ja ssssschat.”
“Ik heb honger.”
“Honger? Je hebt net ontbeten: drie stokbroodjes, een banaan, twee croissants en een bakje yoghurt.”
“Ja maar ik heb zin in een snackje.”
“Dan moet je stoppen en iets uit de achterbak halen.”


Hij zet de auto aan de kant en gaat zoeken in de proviandtas.

“Èhèl?!”
“Jaha.”

“Ik vind die Keloggsrepen zo zoet en die Evergreens lust ik ook niet.”
“Sorry lieverd, er is niets anders.”
“Heb jij dan geen trek?”
Ik schud neen.
“Èhèl?!”
“Mmmmm.”
Ik ben verdiept in de menukaart.
“Èhèl?!”
“Jaha.”
“Weet jij het al?”
“Ik twijfel.”
“Zullen we het Coquillesmenu doen?”

Het is coquillestijd en als P. dat voorstelt, dan is er geen alternatief.

“Zou het niet erg eentonig zijn, alle gerechten met coquilles?”
“Nee joh – lekker voor een keertje. Toch?”

Toch is in dit geval geen vraag.

“Èhèl?!”
“Ja mop.”
“Zullen we de dure Muscadet eens proberen?”
“Ja, laten we eens gek doen. Als die maar wel lekker is.”

Hij geeft mij de wijnkaart. Ik stel de St.Véran voor.
Helaas.

“Nee, dat is zo afgezaagd.”
“Ja, maar ik weet zeker dat we de St. Véran lekker vinden."
“We proberen die dure Muscadet.”
“Okee, we proberen de dure Muscadet.”
“Uhhh, maar die smaakt wel naar hout hoor. Heeft op eiken gelegen. Meestal vind jij dat niet lekker.”
“Dan toch de St. Véran.”

De ober komt en P. bestelt de dure Muscadet........................die ik inderdaad niet lekker vind.

“Èhèl?!”
“Ja lieverdje van me.”
“Ik hoef voorlopig geen coquilles meer te eten. Ze komen m'n neus uit.”
"Ja, ik ziet 't."


Het I told you so slik ik in.
Terug in onze chambre duik ik achter mijn laptop en P. duikt in bed. Althans………………..

“Èhèl?!”
“Ja P.”
“Kom eens kijken. Er gaat volgens mij iets niet goed.”

Ik draai me om en zie dat hij het bed aan het afhalen is.

“Wat doe je nou toch?”
“Dat is toch voor de sier, of niet?”
“Nee mop, het zijn gewoon mooie decoratieve dekbedhoezen en slopen.”

Hij staat er aandoenlijk beteuterd bij te kijken en maakt het bed weer op.
Wanneer ik na een half uurtje naast hem kruip nestelt hij zich tegen mij aan.

“Èhèl?!”
“Jaha.”

"Hou je nog wel van me?"
"Heel veel."

Ik bevestig mijn antwoord met een kus.

"Èhèl?!"
"Mmm."
“Zeur ik?”
“Ja…………………………………..maar ik zou niet weten wat ik zonder zou moeten.”

1 opmerking:

Wampie zei

Mooi!